Een heel oud muziek-instrument, dat genoemd is naar Aeolus, den god van den wind. De aeolusharp, ook windharp genoemd, bestaat in zijn meest bekenden vorm — er zijn ook andere vormen — uit een lange, smalle houten kist met of zonder klankgat.
Over twee lage houten kammen zijn darmsnaren van verschillende dikte gespannen, zó, dat ze allen op één en denzelfden toon zijn afgestemd; de dunne snaren moeten dus minder sterk gespannen zijn dan de dikkere. Dit instrument moet buiten op een verhoogde plaats worden opgesteld, zodat de wind in de lengterichting over de snaren strijkt en niet loodrecht er tegenaan botst.
Dan geven alle snaren weliswaar denzelfden grondtoon, maar tengevolge van hun verschillende dikte en spanning zijn de z.g. boventonen verschillend. De zo ontstane accoorden maken door hun aanzwellen en wegsterven een verrassend harmonisch effekt.De aeolusharp is reeds heel oud. Ze is echter niet, zoals velen menen, van de oude Grieken afkomstig. De legende noemt als uitvinder den heiligen Dunstan (± 950).