Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Gepubliceerd op 22-09-2020

ZWITSERLAND

betekenis & definitie

Daar een deel van dit staatsverbond de Katholieke, en het andere de Protestantsche godsdienst is toegedaan; zoo heerscht in het eerste een vijandelijke geest tegen het Vrijmetselaarsverbond, en heeft men de Orde daar pogen te onderdrukken, door toepassing der Pauselijke Bullen en den invloed der geestelijkheid. In het laatste daarentegen liet men haar ongehinderd bestaan, en zoo zijn de lotgevallen der Vrijmetselaren ook in dit land verschillend geweest. De eerste Loge werd door den Engelschen Grootmeester Provinciaal HAMILTON, in het jaar 1737, te Genève, en de tweede, volgens eene Konstitute van den Engelschen Grootmeester, den Hertog van Montagu, van den 2den February 1739, in Lausanne opgerigt; in welke laatste plaats tevens eene Ma9Ü oppermagt werd daargesteld, die den naam van Helvetisch Romanisch Direktorium droeg. Wel ontzegde de overheid in Genève de toetreding tot de Orde, doch dit verbod werd niet opgevolgd, en indien al de Kantonraad van Bern scherpere verordeningen gaf, en de overtreders met ernstige straffen bedreigd werden, zoo bleef toch de straf achter, en de Ma9Ü vereenigingen werden stilzwijgend geduld, ongeacht in 1782 een nieuw verbod verscheen.

In oorspronkelijke zuiverheid bestond de Vrijmetselarij in Zwitserland niet lang, want de Loge van Bazel (gesticht in 1766), en die van Zurich (gesticht in 1772), zoowel als het gemelde Direktorium, huldigden, reeds in de drie Johannes--graden, de Strikte Observantie, totdat in het jaar 1775 de Duitsche Orde-Overheden in Bazel de hoogere graden invoerden, en aan het Kapittel, dat zich in Bazel gevormd had, volmagt gaven, om, onafhankelijk van hoogere magten, in geheel Zwitserland, onder den titel van Schotsch Direktorium van Zwitserland, Loges op te rigten en te wettigen. Inhet Kanton Neufchatel werden in Neuemburg, in 1780, enlaterin 1791 twee Loges opgerigt.

In het jaar 1782 geschiedde het, dat het Helvetisch Romanisch Direktorium te Lausanne, ingevolge het laatste verbod van den Magistraat van Bern tegen de Vrijmetselarij, uiteen ging, nadat het vooraf drie Broederen uit zijn midden had benoemd, en hun volmagt had gegeven, om de toen bestaande betrekkingen buiten het Kanton, voort te zetten. Daarentegen vormde zich in het jaar 1786, uit zeven Loges in Genève, de Groote Loge van Genève, die zich tot een onafhankelijk Groot-Oosten verhief, dat na zeven jaren, door de vereeniging van Geneve met Frankrijk, weder te niet ging, of zich bij het Groot-Oosten van Frankrijk aansloot.

Gedurende de stormachtige tijden der Fransche revolutie deelden de Loges van Zwitserland in het lot van Frankrijk; zij begonnen te slapen, en bleven eindelijk van 1793-1803 gesloten. Eerst kwam weder te Bern eene Loge in werking, die onder den naam van de Hoop, op den 14den September 1803, door het Gr O van Frankrijk gekonstitueerd werd, en het Fransch-Schotsche Rituaal aannam. Deze Loge verkreeg van het Gr O van Parijs later verlof, om op den 12den Maart 1805 de nieuwe Loge in Lausanne, onder den naam van Amitié et Persévérance, in te wijden, waarbij haar te gelijk een patent tot een Kapittel voor de hoogere graden overhandigd werd. Hierop volgden nog meerdere Loges in Bazel, Solothurn en andere steden van Zwitserland, die alle door het Gr O van Parijs gekonstitueerd werden. Eindelijk vormde zich op den 15den Oktober 1810, een hoofdbestuur te Lausanne, en vestigde, onder den naam van Nationaal Helvetisch Romanisch Groot-Oosten zich eene onafhankelijke vaderlandsche Logevereeniging, welker eerste Grootmeester Br GLAYRE was; dezelfde, die zich, in 1764, aan het hoofd der Broederschap in Polen stelde, en als hersteller der Vrijmetselarij in dat rijk te beschouwen is.

In het jaar 1811 trad ook het vroegere, in Zurich bestaan hebbende Direktorium, dat, in 1793, met alle Loges tot stilstand gekomen was, in Bazel weder te voorschijn, van waar het echter, na den dood van den President Br BURKHARD, weder naar Zurich verlegd werd. In Bern werd de Broeder PETER LUDWIG VON TAVEL door den Grootmeester der Vrijmetselaren in Engeland, den Hertog van Sussex, op den 28sten Julij 1818, tot Provinciaal Grootmeester van het oud-Maçonnieke verbond in Helvetië benoemd, en te gelijk de Loge zur Hoffnung gemagtigd, zich-zelve onder het oud-Maçonnieke Rituaal te installeeren, dat op St. Jan des volgenden jaars geschiedde. De cirkulaire bij die gelegenheid uitgegeven, luidt als volgt:

Wij huldigen de pligten der oudste Metselaars-Konstitutiën en erkennen de Metselarij als eene instelling, die alleen aan de hoogere, zuiver-menschelijke aangelegenheden is gewijd; die, zonder eenig inmengsel van betrekkingen op kerk en staat, niet slechts met geene dezer instellingen in tegenspraak is, maar veeleer het doel van beide krachtdadig bevordert, door dat zij de veredeling van den eenling en van het menschdom in het algemeen beoogt. De echte Metselaar is ook een edel mensch, een opregt godvereerder en een goed burger. Hiertoe leidt de V M hem op, en vormt hem, daar zij alle dwangmiddelen terzijde laat, van uit het inwendige beginnende, tot datgene, wat hij in al die betrekkingen en in de wereld moet zijn. Noch de uitsluitende eigendom eener bepaalde kerkpartij, noch binnen bepaalde politieke of natuurlijke perken begrensd, is hare speelruimte het heelal, zij-zelve een gemeen goed van het geheele menschdom, en de eenmalige voleindiging daarvan, in al zijne verhoudingen, hare hoogste strekking. Elk regtschapen man, die, zich verheffende boven het alledaagsche, zich met ons wil verbinden in ons gemeenschappelijk streven, wordt, zonder stand, vaderland, of geloofsbelijdenis in aanmerking te nemen, in onzen Broederkring opgenomen; voor elk opregt Metselaar, tot welk systeem hij ook behoore, openen zich de poorten des Tempels.

In dat jaar bevonden zich 19 Loges in 9 Kantons. Echter bestonden deze betrekkingen weinige jaren voort; want volgens een verdrag op den 29sten April 1822 gesloten, gingen zoowel het Gr O van Lausanne, als ook de Engelsche Provinciale Groote Loge in Bern uit een, en konstitueerden gemeenschappelijk de Groote Lands-Loge van Zwitserland, welke op St. Jans-dag van 1822 plegtig geproklameerd werd, en sedert dien tijd te Bern hare zitting houdt. Tot Grootmeester werd benoemd de Brv. TAVEL, en acht Loges erkenden hem. Er werd daar naar het oud-Engelsch systeem gearbeid.

De Groote Loge bestaat uit de afgevaardigden der enkele Loges (zoo als bij de Engelsche Groote Loge) die de besluiten nemen, waarvan den Grootmeester en den Groot-Officieren de uitvoering is opgedragen. In de Protestantsche Kantons, is, sedert de laatste 25 jaren, de Vrijmetselarij onaangevochten gebleven, en, met uitzondering van de weinige jaren, waarin de revolutie schadelijk op Frankrijk werkte, hebben deze Loges ongehinderd bestaan. In de Katholieke Kantons is, gelijk reeds gezegd, krachtens de Pauselijke bullen, door de geestelijkheid voortdurend op hare onderdrukking gewerkt, en voor het grootste gedeelte heeft men werkelijk dat doel bereikt. Op dit oogenblik heeft de Gr L van Zwitserland te Bern, 12 Loges onder haar beheer, waarvan die te Bern voor de opvoeding van arme kinderen zorgt. Buitendien bestaat er een Schotsch Direktorium te Zurich, dat misschien weldra te oordeelen naar de aanvankelijke pogingen zich zal begeven onder de G L te Bern.