Roslin, (Willem Sinclair)

betekenis & definitie

ROSLIN, (WILLEM SINCLAIR, Baron Laird VAN) Graaf van Orkney en Caithness, was, ten gevolge der keuze van het gild, sedert 1430 Grootmeester der Schotsche Metselaars, en werd door JAKOB II, Koning van Schotland, benoemd tot erfelijk Patroon, Grootmeester en Regter der Metselaars-korporatiën zijns rijks. Deze betrekking bleef in zijn geslacht erfelijk, tot een zijner afstammelingen, welke kinderloos was, en vreesde, dat zijn dood de post onvervuld zou laten, daarvan afstand deed. Daaruit vloeide de vestiging voort eener Gr.: DD van Schotland, die den laatstgenoemden WILLEM SINCLAIR VAN ROSLIN, Esq., uithoofde van den adel en ouderdom zijns geslachts, zijn ijver voor de Orde en de naauwe betrekking zijner voorvaderen tot de Maç.: geschiedenis van Schotland, tot eersten Gr.: M.: benoemde. Het volgende jaar werd hij echter niet herkozen. Hij overleed op den 24sten Januarij 1778, in achtenzeventigjarigen ouderdom.