MEESTER. (De GROOT-) Deze titel voert het opperhoofd der Vrijmetselaren eens lands, en der Loges van een systema. De Grootmeesters der Bouwvereenigingen, werden voormaals door de koningen benoemd. Sedert 1429, onder de regering van JAKOB I, koning van Schotland (zie dit Art.), werd het nogtans den Vrijmetselaren vergund, hunne opperhoofden zelven te benoemen, evenwel met verpligting, hen uit kerkelijke en adellijke personen te verkiezen, en de gekozene, aan 's konings bekrachtiging te onderwerpen.
Dit kiesregt is den Vrijmetselaren, na dien tijd, bijna altijd toegestaan (zie de Art. ATHELSTAN, EDWIN, PATRONEN en NIEUW-ENGELSCH STELSEL).
PRESTON (lllustration, ed. 1812. p 280) zegt: om een duidelijker begrip te verkrijgen van de konstitutie nuttige inrigting, door welke de Lodge of 'Antiquity (Oudheids-Loge) in stand wordt gehouden, moeten wij terugkeeren tot de gebruiken en gewoonten, die onder de Metselaars, tot op het einde der zeventiende en het begin der achttiende eeuw, heerschend waren (prevailed). De Broederschap had toen onbepaalde bevoegdheid, zich als Metselaars in zeker aantal, volgens hunne graden (en hieronder behoort men niet de zoogenaamde hooge en mystische graden te verstaan, maar de gildegraden der gezellen, Meesters, aangenomen Metselaars accepted Masons, die geene Metselaars van beroep waren, waarmede ook de Straatsburgsche verordening overeenstemt), met toestemming van den Werkmeester, daar, waar een openbaar gebouw moest worden opgetrokken, bijeen te komen, zoo vaak zij het noodig achtten; in die bijeenkomsten Broeders en gezellen in de Orde op te nemen, en de plegtige gebruiken der Masony te beoefenen. Het denkbeeld, Meesters en opzieners van Loges, als in groote Loge vergaderd, of den Grootmeester-zelf te benoemen, met de magt, aan zekere Broeders geschreven oorkonden van wettelijke konstitutiën af te geven, opdat zij als Metselaars in zekere huizen, onder het vervullen van zekere voorwaarden, konden vergaderen, was toen nog niet tot werkelijkheid gekomen. De Broederschap kende geene zoodanige beperkingen. De oude grondwetten (charges) waren het eenige rigtsnoer; men kende in de vereeniging geene andere wet, dan welke door die grondwetten werd ingescherpt. Aan de uitspraken van de Broeders in uitgebreiden zin, jaarlijks eens of tweemalen tot eene algemeene vergadering zamengekomen, waren alle Broeders onderworpen, en de ambtsmagt des Grootmeesters strekte zich nooit verder uit, dan de grenzen dezer algemeene vergadering.
Elke bijzondere vergadering of Loge stond onder de leiding van haren eigenen Meester, voor het onderwerpelijk geval gekozen, en diens ambtsmagt eindigde ook met zoodanige vergadering. Werd ergens eene Loge voor een' zekeren tijd opgerigt, dan was de verklaring der aanwezige Broeders als oorkonde een genoegzaam bewijs voor het wettige harer daarstelling, en op deze wijze beschouwde men de zaak, nog vele jaren na het herstel der Vrijmetselarij, in het zuiden van Engeland. Steunende op deze magtsvolkomenheid (authority), welke altijd van de groote Loge uitging, en door geene andere beperkingen was belemmerd, behalve door de konstitutiën der Masony, heeft de Lodge of Antiquity van oudsher gearbeid.
Daar de passer het voornaamste werktuig is, dat men bij alle plannen en teekeningen der meetkunde moet gebruiken, zoo is hij ook eene der voornaamste zinnebeelden van den Grootmeester, want deze is ook de hoogste regelaar van het gansche genootschap; onder zijne bescherming, behouden onze algemeene wetten eene bijzondere regtskracht, en worden zij door de Broederschap naauwkeurig en algemeen opgevolgd. Het Engelsche Grootmeesterschap, zocht zich van het begin van zijn ontstaan, door eenen Grootmeester van hooge geboorte, zoo mogelijk uit het koninklijke huis, of uit koninklijken bloede, zekerheid en uiterlijken luister te verschaffen. Dit is ook zeer goed gelukt. Men heeft daartoe slechts de lijst van het nieuw-Engelsche Konstitutieboek, en de jaargangen der Vrijm.. almanakken in te zien. Door koninklijke bescherming konden de verordeningen der Vrijmetselaren, als zoodanig, niet zoo zeer in kracht winnen, maar werden daardoor wettig, zoodat de Broeders, gerust konden blijven voortwerken.