Wat is de betekenis van Meester, (Groot-)?

2025-07-17
Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Meester, (Groot-)

MEESTER. (De GROOT-) Deze titel voert het opperhoofd der Vrijmetselaren eens lands, en der Loges van een systema. De Grootmeesters der Bouwvereenigingen, werden voormaals door de koningen benoemd. Sedert 1429, onder de regering van JAKOB I, koning van Schotland (zie dit Art.), werd het nogtans den Vrijmetselaren vergund, hunne opperhoofden zelven t...