Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Gepubliceerd op 22-09-2020

Lichten

betekenis & definitie

LICHTEN, namelijk zinnebeeldige, die in het innerlijke der Vrijmetselarij schijnen, d.i. kennis van aanschouwelijke waarheden, welke de Vrijmetselaren bij de uitoefening hunner K:. K:. innerlijk verlichten. Volgens het oud-Engelsche Rituaal heeft de Vrijmetselarij drie groote lichten, als: den Bijbel, om ons geloof te regelen en te leiden, den winkelhaak, om onze handelingen regthoekig, dat is: overeenkomstig met de wetten te maken, en den passer, om de behoorlijke grenzen met alle menschen, en bijzonder met onze Broeders in acht te nemen. De kleine lichten zijn:

De zon om den dag, de maan om den nacht, en de achtbare Meester om zijne Loge te regelen, als eene zinspeling, dat de Vrijmetselaar onafgebroken arbeiden en de leiding zijns Meesters moet volgen.

Het nieuw-Engelsche systema, noemt deze lichten de groote. Dit was mede een punt van verschil, tusschen de beide Groote Loges van Engeland.

In lateren tijd heeft men in den graad Ecossais (op dien des Meesters volgende), den katechismus aldus zamengesteld:

Vr. Waar legdet gij uwen eed af?

Antw.Op den derden trap van het Oosten, voor den altaar, met mijne linker knie en mijnen naakten voet; mijn ligchaam in eene regtstandige houding, mijne regterhand op den Bijbel, den winkelhaak en passer.

Vr. Nadat gij uwen eed had afgelegd, wat was de eerste vraag welk men u deed?

Antw. Men vraagde mij of ik meer begeerde.

Vr. Welk was uw antwoord?

Antw. Het licht.

Vr. Wie gaf u het licht?

Antw. De Meester en al de Broeders.

Vr. Toen gij het licht zaagt, wat trof toen uw gezigt?

Antw. Een Bijbel, een winkelhaak en een passer.

Vr.. Wat zeide men dat zij beteekenden?

Antw. Drie groote lichten in de Vrijmetselarij.

Vr. Leg mij dit nader uit?

Antw. De Bijbel regelt en bestuurt ons geloof, de winkelhaak onze daden, en de passer bepaalt ons tot de regtvaardige perken omtrent alle menschen, en bijzonder omtrent onze Broeders.

Vr. Wat vertoonde men u vervolgens?

Antw. Drie verhevene lichten: de zon, de maan en de achtbare Meester.

Vr. Waarom dat?

Antw. De zon om den dag, de maan om den nacht, en de achtbare Meester om de Loge te regelen.

In een ander werk, eindigt de katechismus te dien opzigte aldus:

Vr. Waardoor moet de V:.M:. zich onderscheiden?

Antw. Door een onberispelijken levenswandel, door eene denkwijze zonder vooroordeel en door eene vriendschap jegens zijn Broeders, die den toets houdt. Dit zijn eigenlijk de drie groote lichten, die den schoonsten glans over onze algemeene Loge verspreiden. Br:. FESSLER heeft dit leerstuk op de volgende schoone wijze uitgelegd:

Vr. Welke zijn deze groote lichten?

Antw. Godsdienst, regt en wet.

Vr. Wat verlichten en leiden deze?

Antw. Zij verlichten de rede, het verstand en den wil, zij leiden het geloof, de inzigten en denkwijze, zij omvatten en volmaken den geheelen mensch.

De drie kleine lichten verklaart hij aldus: De zon regeert slechts gedurende den dag, en de maan slechts gedurende den nacht, en alzoo den beperkten tijd van onzen arbeid. De Meester regeert slechts de Loge, en aldus slechts de beperkte plaats onzes arbeids. De drie groote lichten, herinneren ons dus de strekking der V:.M:., door tijd noch ruimte bepaald.

Volgens de uitlegging van nieuwere systema's, beteekenen de lichten die het tableau versieren, de drie groote lichten der Vrijmetselarij, en heeten: de zon, de maan en de achtbare Meester. Tegelijk zijn zij ook de drie groote pilaren, welke de Loge schragen: wijsheid, kracht en schoonheid.