Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Kroon

betekenis & definitie

[v. Lat. corona = krans, van Gr. koroonè = ring; vgl. koroonos = krom] (muntwezen) oorspr. een Fr. gouden munt met gekroond wapen, geslagen tussen 1385 en 1475, elders veelvuldig nagevolgd.

Tegenwoordig is de kroon nog munteenheid (uiteraard met verschillende koerswaarde) in Zweden, Noorwegen, Denemarken, IJsland, Tsjechië en Slowakije.