(= Gr. epochè = het stilhouden, rustpunt).
1) In de chronologie betekent epoche een belangrijke gebeurtenis, die als uitgangspunt van een tijdrekening kan dienen; verder de tijdrekening zelf.
2) In de astronomie: het tijdstip, waarop een hemellichaam een bepaalde ons interesserende plaats van zijn baan inneemt. Als zodanig behoort de epoche tot de zes baanelementen.
Nog andere astr. betekenissen zijn:
3) een willekeurig beginpunt bij berekeningen, zoals b.v. het ogenblik waarop een planeet een bepaalde heliogralische lengte heeft, of waarop een veranderlijke ster haar maximum helderheid bereikt;
4) het tijdstip waarvoor de op een sterrenkaart of -catalogus aangegeven coördinaten precies juist zijn.