Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Gepubliceerd op 19-12-2020

Hans

betekenis & definitie

I.m -> Johannes. Ook wel voor vr. in gebruik.

De vorm Hans is vermoedelijk uit Du. afkomstig, volgens Socin, 43, wordt hij daar pas in de 14e eeuw gebruikelijk. Zijn Du. voorloper in de 13e eeuw is Johans (met klemtoon op de tweede lettergreep). In Ndl. vinden we reeds in 1328 in Scherpenzeel Hensekiin de Gernere (BU 319). Voorts: in St.-Winoksbergen in 1400: Hans tshertoghen zone geboren van bi keulne (!), Thome Hans, stalknecht Utrecht 1428 en Hans van Dil, Leiden ca. 1434 (Droege, 4); Han = Jan, Den Bosch 15e eeuw; Enjewier (Fri.) 1511: Hans (Us Wurk XIV, 11). In Zuid-Ndl. vnl. in de 16e eeuw (vgl. Hans Smout Jans (zoon) Brugge 1608 (Schouteet 139). Het binnenkomen via Utr. wijst wel op Du. invloed; Hens = Hans, Jan, Den Bosch 17e/18e eeuw.II.

Hâns

v -> Johannes (Fri., bijv. in Achtkarspelen.)