Wat is de betekenis van Smout?

2024-04-18
Jargon & Slang van Journalisten en zetters

Marc De Coster (2017)

Smout

Smout - typografische versiering. Wanneer men aan de lay-out-afdeling vraagt om een smoutje te maken in de kop van Lubbers dan is dit gewoon een verzoek om tekst of ander typografisch sierwerk in een foto te verwerken. Smout wordt ook gebruikt voor gelegenheidsdrukwerk, biljetten, reclames enz.

2024-04-18
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

smout

(zn) raapolie TM.

2024-04-18
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

smout

(het) reuzel, varkensvet. Liefhebbers van varkensvlees worden verwend. Het bord met aperitiefhapjes zet de toon, met een selectie van onder meer zelfgemaakte droge worsten, witte en zwarte pens, rillette, smout en een spiesje van spek en lever. - DM, 28-02-2003. Zie plantaardige olie.

2024-04-18
Woordenboek Nederlandse termen van Bibliotheek en documentaire informatie

dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)

smout

1. klein zetwerk en zetwerk dat voor het grootste deel uit vaste formuleringen bestaat die de drukker in voorraad heeft, zoals visitekaartjes, familiedrukwerk, formulieren e.d. 2. zetsel dat niet uit doorlopende regels of uit letters van gelijke grootte bestaat, zoals reclamedrukwerk. - smoutwerk.

2024-04-18
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

smout

Gesmolten en vervolgens weer gestolde reuzel, inz. als smeersel voor het brood (i.p.v. boter); reuzel, (varkens)vet; vervolgens ook: (plantaardige) olie; - zonder zout of smout, zonder iets. Fanny mag me niet, noch met zout, noch met smout, VERMEYEN 1947, 17. Eet een boterham met smout, dan word je als onze Cees. Ik trok de hand terug, die...

2024-04-18
Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Smout

Cornelis Aloysius (‘Kees’); geb. Bergen op Zoom 30 april 1876, overl. Breda 24 augustus 1961. Woonde en werkte in Amsterdam in ca. 1895-1905, Parijs, Italië en Frankrijk 1905-1909, van Vauves (Fr.) in 1909 naar Amsterdam, tot 1951, daarna in Breda. Leerling van de Rijksnormaalschool in de hoofdstad (1895-1899) olv. W. B. G. Molken...

2024-04-18
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

smout

uitgebraaide vet.

2024-04-18
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Smout

s een gew. uitdrukking voor gesmolten reuzel, die wel op het brood werd gesmeerd in plaats van boter.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SMOUT

o., 1. (vero.) week vet; 2. (thans gew.) gesmolten en vervolgens weer gestolde reuzel, als smeersel voor brood; 3. (Zuidn.) uit zaad geslagen olie ; 4. (drukk.) zetsel waarvan een belangrijk gedeelte uit. vaste formules bestaat, die de drukker heeft of laat staan (voor convocaties, prijscouranten enz.) en vervolgens alle zetwerk dat niet uit doo...