Vogelgids van Vogelbescherming Nederland

Vogelbescherming Nederland 2009)

Gepubliceerd op 11-09-2017

Snor

betekenis & definitie

De snor is een broedvogel van dichtbegroeide oevers van meren, moerassen en kreken, die zijn nest bouwt in overjarig riet of kruidachtige vegetaties die in het water groeien. Het voedsel bestaat uit kleine ongewervelden, die uit de vegetatie of van de grond worden gepikt. Snorren zijn trekvogels en brengen de winter door ten zuid(oost)en van de Sahara. De snor dankt zijn naam aan het de snorrende zang; het geluid lijkt op een laag zacht kookwekkertje.

Geluid
Zang is een eindeloos aangehouden gesnor. Zoals de naam doet vermoeden meer gesnor dan het geratel van de sprinkhaanzanger.

Leefgebied
Brede, dichte, vochtige en natte vegetaties van jong- en overjarig riet en zeggen.

< >