Het vleesch van het wild varken is zeer smakelijk, maar in ons land weinig bekend, doordat het hoofdzakelijk ingevoerd moet worden. Het is donker van kleur en met een dunne speklaag bedekt. Het vleesch van jonge dieren (1 of 2 jarig) is zeer malsch. Bij oudere dieren is het daarentegen taai en soms zelfs oneetbaar.
Het vleesch van den beer heeft een eigenaardigen smaak. Gewoonlijk wordt de huid afgestroopt en niet zooals bij onze tamme varkens het haarkleed afgeschrapt. Het spek mist daardoor ook het „zwoerd” Wilde varkens komen in Nederland alleen op de Veluwe voor, waar ze indertijd uitgezet zijn.
Deze dieren kunnen aan verschillende ziekten lijden, waaraan ook hun tamme soortgenooten blootstaan, bijv. miltvuur, trichinose varkenspest en tuberculose; bij de keuring zal op dit besmettingsgevaar gerekend moeten worden.