Voedings en Genotsmiddelen

dr. M. Wagenaar (1938)

Gepubliceerd op 26-01-2019

Suikerbiet

betekenis & definitie

Suikerbiet - De cultuur van de suikerbiet is met kracht ter hand genomen, toen door Napoleon I de handel met Engeland verboden werd, waardoor de invoer van rietsuiker vanuit Indië onmogelijk was geworden. De bevolking was toen wel gedwongen naar een nieuwen suikerbron te zoeken. Deze is destijds gevonden in de suikerbiet, een variëteit van de gewone biet. Het celsap is nl. zeer suikerhoudend.

De suikerbieten worden door de landbouwers meestal op contract geteeld. Het best slaagt de cultuur op kleigronden. Het suikergehalte in het celsap bedraagt 15—18 % en kan door teeltkeuze enz. nog aanzienlijk worden opgevoerd. De oogst valt in October. De afgesneden koppen van deze bieten zijn verder waardeloos en kunnen alleen als veevoeder dienen. Dit heeft echter een nadeel. De melk van daarmee gevoederde beesten krijgt namelijk een karakteristieken „bietensmaak”.

Bij de stofwisseling van het vee ontstaat uit een bestanddeel van het bietenweefsel een stof, trimethylamine. Deze verbinding heeft een onaangename geur en komt o.a. ook voor in de pekel, waarin haring bewaard wordt. Het eenige middel om het optreden van deze geur te voorkomen, is de melkdieren niet met suikerbieten te voeren.

Andere voerwortels hebben gelukkig deze storende eigenschap niet. Boter uit dergelijke onaangenaam smakende melk gekarnd, heeft ook „bietensmaak”. Deze kan verminderd worden door de boter flink met water uit te kneden, omdat de smaakstof in water oplosbaar is.