Citroenen - De rijpe vrucht van den citroenboom (Citrus limonum). Deze variëteit bevat veel citroenzuur en weinig suiker. Citroensap bevat ongeveer 6 % citroenzuur. Het sap is bijzonder rijk aan vitamine C. In Zuidelijke landen is de teelt van groot belang. Het aantal citroenboomen alleen op Sicilië bedraagt meer dan 8 millioen.
Het meeste sap wordt daar op citroenzuur verwerkt. De oogst in ZuidItalië bedraagt ruim 500.000 ton per jaar, waarvan een groot gedeelte wordt uitgevoerd. Een citroen bevat ongeveer 30 g citroensap, waarin 2 g citroenzuur opgelost is. Nog altijd is het winnen van citroenzuur uit sap goedkooper dan deze stof in chemische fabrieken te bereiden. Om het zuur uit het sap te verkrijgen wordt dit geklaard; een gisting doet de eiwitten voor het grootste gedeelte coaguleeren.
In deze vloeistof praecipiteert men dan het citroenzuur met krijt. In den vorm van citroenzure kalk slaat het neer en wordt afgefiltreerd. Dit wordt als zoodanig verzonden en dient verder ter bereiding van het citroenzuur. Men behandelt het kalkzout met zwavelzuur waardoor gips neerslaat en citroenzuur vrijkomt.
Behalve in Italië, maakt men ook veel citroenzuur in Spanje en West-Indië waar een citroensoort met een hoog zuurgenalte „limes” gekweekt wordt. Citrusfruit wordt uit hoofde van het gering gehalte aan suiker bijzonder geschikt geacht voor lijders aan suikerziekte. De gemiddelde samenstelling van het vruchtvleesch wordt als volgt opgegeven: water 90 %, eiwit 0,3 %, suiker 2 % citroenzuur 6 %, ruwvezelstof 1,4 %, voedingszouten 0,2 %. Citroenen zijn rijk aan phosphorzure kalk en phosphorzure kalium.
Citroensap is een uitstekend voorbehoedmiddel tegen de scheurbuik, het is een gemakkelijk verkrijgbaar tegengif bij vergiftigingen met sterke loog. Als kunstmatig citroensap wordt aanbevolen een mengsel van 10 g citroenzuur, 10 g citroenspiritus in 80 g water.
