Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

uittreden

betekenis & definitie

(trad uit, uitgetreden) in België ook: zijn ambt neerleggen, aftreden

- uittredend minister, aftredend minster.

Mathias Reichhold, uittredend minister van Transport, wordt op de partijdag van de rechts-populistische FPÖ verkozen tot nieuwe partijleider.- Knack, 25-09-2002.

- het uittredend kabinet, het demissionair kabinet, dat ontslag genomen heeft en blijft regeren tot er een nieuw kabinet is.
- uittredend kampioen, ex-kampioen.

Iets verderop in Wijnegem moest uittredend kampioen en titelkandidaat Sloep verrassend de duimen leggen bij het supergemotiveerde en sterk spelende Geel Zwart. - GvA, 16-10-2002.