Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

recht

betekenis & definitie

(bw.) rechtop, overeind, omhoog

- rechtover zie rechtover.

In de Brusselse Wetstraat, recht over de gebouwen van het Europese parlement, brandde maandagvoormiddag een wagen uit. Een man die in de wagen zat, overleefde de brand niet. - GvA, 14-01-2003.

- recht op spreken hebben, recht van spreken hebben

zie vuist.