Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

horen

betekenis & definitie

(wkw.)

- iemand/iets niet kunnen horen/zien, iemand niet kunnen luchten

horen (de, -s)

- ergens horens van krijgen, ergens horendol van worden, je geduld ergens bij verliezen.

Het ergste zijn trouwfeesten. Ik verwed er een jaarloon op dat binnen de vijf minuten na mijn aankomst de deejay de Plopdans heeft opgezet en door zijn micro iets geroepen heeft als ‘Zitten er kaboutertjes in de zaal? Jaaaa!’ Ik krijg er horens van. - LN, 16-11-2002.