(bn.) – met iets opgezet zijn, ingenomen zijn, in zijn schik, tevreden zijn met iets.
- ze is mooi opgezet, ze is mooi opgemaakt, ze ziet er keurig uit
zie spel.
En hij eindigde in de overtreffende trap: het gaat om een gemanipuleerd en opgezet spel door CD&V, die aan laag bij de grondse oppositie doet waar de veiligheid allerminst mee gediend is. - DS, 05-07-2002.