Definities van Vlaams-Nederlands woordenboek in de Ensie E
- eau de javel, eau de javelle
- echappement
- eclair
- ecobonus
- economaat
- econoom
- ecotaks
- editoriaal
- een
- eendagstoerisme
- eendagstoerist
- eender
- eenklank
- eenmaal
- eens
- eenzaat
- eenzelvigheidskaart
- eer
- eerbaar
- eerbiedigen
- eerder
- eerroof
- eerst
- eerstdaags
- eetappel
- eetappelsien
- eetmaal
- eetpeer
- eetplaats
- effectief
- effectieven
- effen
- effenaf
- effort
- ei
- ei (tussenwerpsel)
- eierkoek
- eierschelp
- eigen
- eigendom
- eind, einde
- eindejaars
- eindejaarsfeesten
- eindejaarspremie
- eindereeks
- eindgeneriek
- eindmeet
- eindtermen
- eindwerk
- eisenbundel
- elektrieker
- element
- elfendertig
- embarras
- embetant
- embeteren
- embrayage
- embrayeren
- en
- enggeestig
- enkel
- enveloppe
- enveloppefinanciering
- epistel
- epuratie
- eraan houden
- ereconsul
- eredame
- ereloon
- eremis
- erfenisrecht
- erg
- erop
- errond
- ertegen
- ervan
- ervanonder
- estaminet
- etalagist
- etatisering
- eten
- evenwaardig
- evident
- ex-cathedraonderwijs
- examenkopij
- examenzittijd
- exclusieve
- executieve
- exploitatieweg
- exploot
- expresweg
- extralegaal
- extremis
- ezelsdracht
- ezelsstamp
- ezelsvel