Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

eenmaal

betekenis & definitie

in België ook als voegwoord.

- eenmaal (dat) het vakantie is, zodra het vakantie is, als het eenmaal vakantie is.
- eenmaal ik op vakantie ben, zodra/als ik op vakantie ben.

Jojo denkt vaak aan Lisa, maar niet voortdurend, want eenmaal hij weet dat zij er het zwijgen toe doet, herneemt hij zijn gezapige leventje van vroeger. - DM, 07-08-2002.