Gepubliceerd op 14-03-2021

Zeep

betekenis & definitie

chemisch product, hetwelk ontstaat wanneer men vetten laat verzieden met bijtende loog (kali- of natronloog), alsook wanneer men vetzuren neutraliseert met alkaliën of koolzure alkaliën. De verzeeping (saponificatie) is een chemisch proces (zie bij Glyceriden).

Dat de vetten de eigenschap bezitten, om, wanneer zij in bepaalde omstandigheden met de hy! droxyden der alkalische metalen in aanraking gebracht worden, eigenaardige verbindingen te leveren, die met den naam „zeep” bestempeld worden, was reeds lang voor den aanvang onzer tijdrekening bekend. Vroeger meen, de men, dat de vetten en oliën de eigenschap bezitten als zoodanig met alkaliën in verbinding te treden, totdat Chevreul de ontdeki king deed, dat de vetachtige stoffen, die door het ontleden van de zeep verkregen worden, andere eigenschappen bezitten dan de vetten, die voor de bereiding van deze zeep gediend ; hebben. De genoemde scheikundige heeft aan, getoond, dat alle natuurlijke vetten mengsels zijn van eenige neutrale vetten (o. a. stearine, palmetine en oleïne). Wanneer de neutrale vetten bij een bepaalde temperatuur met metaal! hydroxyden (of met metaaloxyden en water) i in aanraking worden gebracht, heeft er een verschijnsel plaats, dat ,, verzeeping” wordt genoemd. De naam „zeep” (harszeep) wordt ook gegeven aan de verbinding, die bij het koken van een hydroxyd of van een carbonaat van kalium of natrium met colophonium (violenhars, in hoofdzaak bestaande uit abietinezuur-anhydride) ontstaat. De vetten, die een zekere hoeveelheid vetzuur in vrijen toe! stand bevatten, zooals met de vetten van plantaardigen oorsprong, die uit de tropische gewesten aangevoerd worden (palmolie en kokosolie of boter) het geval is, kunnen veel gemakkelijker, verzeept worden, dan de volkomen neutrale vetten, zooals talk en olijfolie, bij welke de loog gedurende de verzeeping uit de geheele massa het glyceryl moet verwijderen.

De zeepsoorten worden verdeeld in: harde of natronzeep of spaansche zeep en zachte of kalizeep of groene zeep. Bovendien I worden van de zeep, naar de grondstoffen, die bij hare bereiding gebezigd worden, verschillende soorten onderscheiden, zooals: talkzeep, oliezeep, kokoszeep, traanzeep, harszeep, enz. De harde of natronzeep kan men in de volgende hoofdsoorten verdeelen: kernzeep of afgescheiden zeep, koudenwegzeep, lijmzeep; deze zeepen kunnen ieder in hun soort reëel (zuiver) gefabriceerd worden of ook gevuld worden. De toiletzeepen worden op drie verschillende wijzen gefabriceerd: door gewone zeep om te smelten en er dan zekere stoffen aan toe te voegen; door de gewone, reukelooze zeep in vasten toestand te parfumeeren; door directe fabricatie van de verlangde soort van zeep. De methode van ’t omsmelten bestaat eenvoudig hierin, dat de fijn geschaafde zeep onder aanhoudend roeren in een ketel gesmolten wordt. Zoodra dit doel bereikt is, worden de reukstoffen er bij gevoegd.

De geheele massa wordt goed dooreen gewerkt, vóórdat men haar in vormen brengt. Wanneer men de methode van ’t koud parfumeeren volgt, wordt de gewone zeep in repen gesneden, die door een machine in fijne stukjes verdeeld worden. Na met reukstoffen en kleurstoffen vermengd te zijn, worden deze stukjes tusschen rollen samengeperst. De zeep heeft dan een gelijkmatige kleur verkregen, en ook de welriekende stoffen zijn door de geheele massa verdeeld. Door eene machine wordt zij vervolgens in breede, platte stukken van willekeurige dikte veranderd. Om onmiddellijk toiletzeep te verkrijgen, bereidt men op de gewone wijze zeep uit zeer zuivere grondstoffen; aan het product worden, terwijl het nog week is, kleurende en welriekende verbindingen toegevoegd.

De zeep wordt rood gekleurd met vermiljoen of met fuchsine (anilinerood), blauw met ultramarijn, bruin met caramel (gebrande suiker). De doorschijnende zeepsoorten (savons transparents) werden vroeger bereid door goed gedroogde talkzeep fijn te schaven, met een even groote gewichtshoeveelheid alcohol te overgieten en in een destilleerkolf te verhitten, totdat de zeep zich opgelost had. Men liet de vloeibare massa eenige uren lang rustig staan, om alle onzuiverheden te doen bezinken, en goot vervolgens de heldere vloeistof in vormen van wit blik, waarin de stukken zeep, met letters en andere figuren „en relief” voorzien werden. De zeep werd eerst na verloop van drie of vier weken vast en bruikbaar. Tegenwoordig is de fabricatie eenvoudiger en wordt deze zeep direct uit de grondstoffen gemaakt, soms ook geheel zonder alcohol. Deze transparentzeep is na bekoeling onmiddellijk vast en bruikbaar.

Om deze soort van zeep te kleuren, maakt men gebruik van een alcoholisch aftreksel van cochenille of alkanna (voor rood) of van kurkumatinetuur (voor geel). Het parfumeeren geschiedt meestal met kaneelolie.De zeep wordt gebruikt voor het schoonmaken van de huid, van kleedingstukken en tafelgoed, van lakens en wollen stoffen, tot het bleeken, als smeermiddel tot het verminderen van de wrijving, ter bereiding van lithographische inkt enz. Het reinigend vermogen van de zeep wordt dikwijls toegeschreven aan het daarin voorkomend alkali. Men geeft dan op de vraag, waarom men niet liever de carbonaten of hydroxyden der alkalische metalen voor dit doel gebruikt, meestal ten antwoord, dat deze verbindingen een te sterke, bijtende werking hebben. Werkelijk is dan ook het alkali door den invloed der vetzuren minder bijtend geworden, ofschoon het daardoor de eigenschap om zich met allerlei onzuiverheden en meer bepaaldelijk met vette stoffen, te vereenigen, niet verloren heeft. Chevreul geeft van de eigenaardige werking der zeep een verklaring, die gegrond is op een door hem waargenomen chemisch verschijnsel, n.l. dat de neutrale vetzure zouten der alkaliën (stearaten, palmitaten en oleaten) ontleed worden, wanneer zij door ’t water worden opgelost.

< >