duitsch tooneelschrijver, geb. 30 Nov. 1850 te Bremen, studeerde te Leipzig eerst in de muziek, later in de philosophie, en schreef omstreeks 1874 een drama, Die Kypseliden; het succes, dat hij met dit stuk behaalde, deed hem besluiten zich geheel aan de literatuur te wijden; sinds 1893 hoofdbestuurder der duitsche vereen, van dramatische auteurs en componisten. Hij gaf in het licht de drama’s: Ossian (1877), Studiosus Lessing (1879), Bettina de Monk (1881), Martin Luther (1883), lm Reiche der Mütter (1887), Ulrich von Hutten (1888), Konrad von Wettin (1889), Die heil.
Elisabeth 1889), Schiller und Lotte (1891), Deutsche Burger (1892), Suggestion (1893), Der Tod des Tiberius (1895), Faust in Bremen (1897), Savitri (1898), Veste Coburg (1898), Kaiser, König und Burger (1900), Die Mexsterschüssel (1902).
