duitsch socialist, geb. te Giessen 29 Maart 1826, overl. te Charlottenburg 7 Aug. 1900, nam 1849 deel aan den opstand in Baden, vluchtte naar Zwitserland en Londen en maakte daar kennis met Karl Marx. In 1862 naar Duitschland teruggekeerd, onderging hij, wegens zijn socialistische agitatie, met het woord en de daad, verschillende veroordeelingen.
Met Bebel richtte hij in 1869 het blad „De Volksstaat”* op en werd hij in het parlement gekozen, verzette zich tegen den oorlog van 1870 en niet minder tegen de annexatie van ElzasLotharingen; sedert 1874 had hij bijna onafgebroken zitting in den Rijksdag. Omstreeks dien tijd nam hij ook de leiding op zich van het blad ,,Vorwärts”, dat „De Volksstaac” verving, en begon zijn krachtige bestrijding van Bismarck’s optreden in de binnenlandsche aangelegenheden. Nog twee jaar voor zijn dood moest L. eenige maanden in den kerker doorbrengen. L. behoorde niet alleen tot de bekwaamste en ijverigste, maar ook tot de oprechtste mannen, die aan ’t hoofd stonden der duitsche socialisten.