Salix L„ plantengeslacht der fam. Salicaceae, boomen of struiken met lancetvormige, afwisselende enkelvoudige bladeren en tweehuizige, tot katjes vereenigde bloemen, die bestaan uit twee in den oksel van een vliezig schutblad staande honigkliertjes en 2 meeldraden bij de mannelijke en 1—5 stampers bij de vrouwelijke bloemen.
Van de talrijke soorten met hunne verscheidenheden zijn het meest bekend: S. alba L„ schietwilg, of, wanneer hij op zekere hoogte is afgeknakt, om vele twijgen te doen ontstaan, knotwilg; S. amygdalina L., waardenhout, waarvan men hoepels en. klompen maakt; 8. vimlmUs L„ bindwilg, vooral gebruikt in de mandenmakerij; 8. capraea L., waterwilg; S. aiirita L., geoorde wilg; S. repens L., kruipende wilg, algemeen in de duinen en op zandgrond. Tot de sierplanten rekent men o. a. 8. purpurea L., purperwilg; S. babylonica L,, treurwilg. De bast van de wilgen, vooral van S. purpurea, bevat looizuur en salicine (zie ald.).