Gepubliceerd op 14-03-2021

Vingerzetting

betekenis & definitie

applicatuur, (van ’t it. applicare, gebruiken) doigter, fr., fingering, eng., doelmatig gebruiken der vingers bij het bespelen van vele muziekinstrumenten, waarbij de tonen worden gegrepen. De V. bij de strijkinstrumenten wordt door positie aangeduid.

De V. bij klavieren (orgel en piano) hangt samen en is het voornaamste gedeelte der techniek. Tot Bach (1685) bleven duim en pink uitgesloten; von Bulow brak met het onderscheiden van boven- en ondertoetsen, zoodat Bulow zijn leerlingen alle toonladders met dezelfde V. (die van C) liet oefenen. De Engelschen bezigen voor den duim verder 1 2 3 4; de gewone V. is (voor beide handen) met den duim aanvangend 1 2 34 5; bij strijk- en houten blaasinstrumenten worden slechts de vier vingers (bij uitzondering de duim, b.v. bij de cel) gebruikt, aangegeven met 1 2 3 4.

< >