Wiktionary (2019)
vingerzetting - Zelfstandignaamwoord 1. (muziek) de keuze van vingers en handposities voor het bespelen van een muziekinstrument of werken met een toetsenbord 2. (muziek) de tekens voor de plaatsing van de vingers op een muziekinstrument of het toetsenbord Woordherkomst samenstelling van vinger en zetting
dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)
in muziek: cijferaanduiding bij de noten die aangeeft met welke vinger een desbetreffende noot gespeeld moet worden. - applicatuur.
drs. L.A. Beeloo (1981)
in de muziek: kleine cijfers die boven of onder de noten worden geplaatst, waardoor de leerling kan zien welke vingers voor de betreffende toon op een instrument moeten worden gebruikt.
S. van Ameringen (1962)
de techniek bij klavierinstrumenten om door een bepaalde plaatsing van vingers op de toetsen te komen tot een juiste uitvoering van de muzikale schrifturen. In de 17de en 18de eeuw gebruikte men niet alle vingers (bijv. geen duim of pink) hoewel er weinig overeenstemming was en ieder uitvoerder een eigen systeem scheen te hebben. Met de opkomst van...
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-en), (muz.) de doelmatige plaatsing en verplaatsing der vingers op een muziekinstrument, nodig tot het gemakkelijk voordragen ; de tekens daarvoor.
Winkler Prins (1949)
(Applicatuur) noemt men in de muzikale uitvoering de juiste plaatsing en verplaatsing der vingers op het instrument. Het oudere klavierspel (vóór Bach) sloot de duim en de pink bijna geheel uit; de volgende periode beperkte hun gebruik als regel tot de ondertoetsen; de nieuwere ontwikkeling (Chopin, Liszt, Tausig, Bülow enz.) hee...
M. J. Koenen's (1937)
v. vingerzettingen (juiste [ver]plaatsing der vingers bij ‘t bespelen van een muziekinstrument).
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
of applicatuur, het systematisch aanwenden der vingers bij het bespelen van muziekinstrumenten. Blaasinstrumenten binden de bespelers tot tamelijk eenvormige behandeling in deze; strijk- en tokkelinstrumenten laten betrekkelijk reeds meer verscheidenheid van inzicht toe; toets-instrumenten (klavier, orgel) hebben van oudsher de v. als een belangrij...
Jozef Verschueren (1930)
(‘vingər) v. (-en) Muz. juiste plaatsing en verplaatsing der vingers bij 't piano- of orgelspelen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
