boomen of heesters met tweeslachtige bloemen, die dicht op elkander gedrongen in de oksels der bladeren gezeten zijn en met gevleugelde nootjes: bij Ulmus, of steenvruchten: bij Celtis. In Nederland vindt men veel aangepiant: Ulmus campestris L., de gewone Iep of Olm, die reeds in Maart bloeit, voordat nog de bladeren verschijnen. De groenachtige vruchtjes zijn reeds rijp, tijdens het ontluiken der bladeren.
Het harde, taaie hout wordt gebruikt voor onderdeelen van rijtuigen, stoelen, mangelrollen enz. De verscheidenheid Suberosa E h r h., kurk-iep, is meestal een heester met gevleugelde takken en dient soms om heggen te vormen. Celtis australis groeit in Zuid-Europa.