Gepubliceerd op 14-03-2021

Tripolis

betekenis & definitie

Tripolitanië, turksche bezitting aan de n.-kust van Afrika, omvat het, grootendeels woeste, Eigenlijke T. tusschen de Groote en de Kleine Syrte, het hoogland Barka en de vruchtbare oasen Ghadamas, Lezzan, Audsjila enz.; in het geheel 1.033.400 km.2 groot en ongeveer 1 mill. inw. (Mooren, arak Bedoeïnen, Berbers en Negers). Voortbrengselen: tarwe, dadels, saffraan.

Industrie onbeduidend. Karavanenhandel op Soedan. T. was in de oudheid het oostelijk gedeelte van het gebied van Carthago, de Regio Syrtica, welke bij de Grieken naar de drie belangrijkste steden Oëa, Sabrata en Leptis den naam T. droeg. Het werd na den tweeden Punischen oorlog, 201 v. Chr., door de Romeinen aan de koningen van Numidië in leen gegeven, vervolgens met de rom. provincie Afrika vereenigd en onder de latere keizers in een afzonderlijke Provincia Tripolitana veranderd. Gedurende de 7de eeuw drongen de Arabieren er binnen en voerden er den Islam in.

In 1551 werd T. door den turkschen zeeroover Dragut veroverd en tot een turksche provincie gemaakt. Sedert dien tijd was het land een der hoofdzetels der zeerooverij in N.-Afrika, waartegen aanhoudend door de europ. zeemogendheden expeditiën werden uitgerust of verdragen gesloten, doch waaraan eerst de verovering van Algiers door de Franschen voor goed een einde maakte. De bezitting wordt bestuurd door turksche gouv.-generaah De gelijknamige hoofdstad, oudtijds Tarabulus, aan de Middell. zee, telt 35.000 inw» en heeft een versterkte haven.

< >