lat. Decemviri, in het oude Rome benaming voor verschillende uit tien leden bestaande overheidscollegiën, wier bestemming door een nadere aanduiding wordt aangegeven.
De beroemdste zijn de Decemviri (of Xviri) legibus scribundis; zij werden 451 v. Chr. gekozen en met buitengewone volmachten toegerust, om een nieuwe wetgeving (die der Twaalf tafelen, zie ald.) tot stand te brengen; zij verlengden hun regeering tot 449, doch toen werd er wegens hun overmoed en de gewelddaad, door hun voozitter Appius Claudius aan Virginia gepleegd, door het volk een eind aan hun tirannie gemaakt.De Decemviri stlitibus judieandis waren een rechterlijk collegie, dat bepaalde processen te beslechten had.
De Decemviri sacris faciundis waren een priestercollegie, dat met de bewaking en de verklaring der sibyllijnsche boeken belast was en voorts met het opzicht over uitheemsche eerediensten. Het bestond oorspronkelijk uit 2 leden, later uit 10 (vijf patriciërs en vijf plebejers), totdat Sulla hun aantal op 15 bracht, die nu Quindecimviri (vijftienmannen) genoemd werden.