zweedsch zoöloog en oudheidkundige, in 1787 bij Landskrona geb., studeerde te Lund, waar hij, na andere betrekkingen vervuld te hebben, van 1831—56 prof. in de zoölogie en directeur van het zoölogisch museum was; hij overl. 30 Nov. 1883. Zijn zoölog. hoofdwerken zijn: Ornithologia Suecica (2 dln., 1817—21) en de Skandinavisk Fauna (4 dln., 1820—53), waaraan zich de Illuminerade Figurer til Skand.
Fauna (afl. 1—20, 1832—40) aansluiten. Ook heeft N. groote verdiensten met betrekking tot de vaderlandsche oudheidkunde, vooral door zijn hoofdwerk: Skandinaviska Nordena Urinvdnare (4 dln., 1838—43, duitsch, Hamb. 1868).