duitsch hertogdom, tot de oostenrijksche monarchie behoorende, grenst ten n. aan Oostenrijk, ten o. aan Hongarije en Kroatië, ten z. aan Krain, ten w. aan Karinthië en Salzburg; 22.426 km.2 met in 1900 1.356.494 inw. De Norische Alpen verspreiden zich in drie ketens over het land.
Onder de vele prachtige dalen zijn de voornaamste: het Mur-, het Enns-, het Suiza-, liet Weichsel-, en het Raabdal. De vier hoofdrivieren zijn: de Mur met de Mürz, de Drau of Drave, de Save of Sau en de Enns. De inwoners zijn deels Duitschers, deels Slawen. Zeer belangrijk zijn de wijnbouw en de ooftteelt; eveneens vee- en zijdeteelt. De grootste rijkdom van S. bestaat in zijn mineralen. S. heeft een stadhouder, die zijn verblijf te Graz houdt. Het kwam in 1192, ten gevolge van een erfverdrag van 1186, aan Oostenrijk.