Gepubliceerd op 18-03-2021

Sophisten

betekenis & definitie

in het oude Griekenland, ten tijde van Soerates, naam van een school van wijsgeeren die van plaats tot plaats rond trokken en voor geld de wijsbegeerte onderwezen. Het algemeene karakter der S. bestond daarin, dat zij het wijsgeerig denken en redeneeren in het gewone leven overbrachten, om er practisch nut en voordeel van te trekken, ten koste der eenvoudigen, en verder om te schitteren, hetgeen gepaard ging met een geringschatting der zedewetten en van godsdienstig geloof; hun hoogsten roem stelden zij er in, over elk onderwerp naar believen voor of tegen te kunnen spreken.

Zij wilden voor alles hun leerlingen in staatkunde en redekunst bekwaam maken, doch vonden bij de vrienden en voorstanders der oude zeden en beschaving (Aristophanes) grooten tegenstand; nog meer werden zij bestreden door Socrates en zijn school. Als de eerste sophist wordt Protagoras van Abdera genoemd. Naast hem is de beroemdste Gorgias van Leontini. Tijdgenooten van deze beiden zijn Hippias uit Elis en Pr odieus uit Ceos. Tot een volgend geslacht behooren: Euthydemus, Dionysodorus, Polus, leerling van Gorgias, Thrasymachus en eenige anderen.

< >