schroefvormige insnijdingen of groeven over de geheele lengte van het binnenvlak van den loop der getrokken vuurwapenen aangebracht; zij dienen om de juistheid van het schot te verhoogen. De helling der T. moet ten hoogste zoo groot zijn, dat het projectiel de T. kan volgen toonder er overheen te springen.
De helling der T. kan van de kamer naar de monding regelmatig toenemen (progressieve T.), waardoor de draaiende beweging van het projectiel geleidelijk versneld wordt. Zie voorts Wapen.