Gepubliceerd op 20-01-2021

Simon bosboom

betekenis & definitie

Nederl. bouwkundige, geb. te Emden, 1614, arbeidde onder Jacob van Campen aan de beelden en sieraden van het stadhuis te Amsterdam (thans koninklijk paleis), en voorts in dienst van den keurvorst van Brandenburg te Berlijn. Hij overleed te Amsterdam, 1668, eenige belangrijke werken over bouwkunst nalatende, als: Bouworde van de vijf kolommen (1664).

< >