duitsch priester, bekend om zijn koudwaterkuren, geb. 17 Mei 1821 te Stefansried bij Ottobeuren, was als jongeling van beroep wever, studeerde daarop in de r.-kath. theologie, ontving 1852 de priesterwijding, en was sinds 1855 eerst kapelaan, daarop pastoor te Wörishofen; hij overl. ald. 17 Juni 1897. De waterkuur, die hij in 1848 gedurende een ziekte op zichzelf toepaste en vervolgens ook anderen aanried, breidde hij uit tot een geheel stelsel, tot een geneeswijze waarbij water het voornaamste medicament is.
Hij schreef o. a.: Meine Wasserkur (Kempten 1887, 69ste dr. 1901), So sollt ïhr leben (1889, 25ste dr. 1900), Kinderpflege in gesunden und Jcranken Tagen (Donauwörth 1891, 12de dr. 1896); zijn volledige werken verschenen 1898—99 te Kempten in 4 dln.Kneipp-kuur
de door Seb. Kneipp aangegeven manieren om van het water' partij te trekken als geneesmiddel en als middel om het weerstandsvermogen des lichaams te verhoogen. Als middel om het lichaam gehard te maken beveelt Kneipp vooral het barrevoets loopen in koud water, op natte steenen, en in versch gevallen sneeuw aan, verder koude arm- en voetbaden, enz. Zijn watergeneesmiddelen zijn: natte omslagen, baden, dampen, begietingen, wasschingen en waterdrinken.