Gepubliceerd op 18-03-2021

Pythagoras

betekenis & definitie

1) grieksch wijsgeer, naar men zegt de eerste, die zich philosoof, d. i. vriend der wijsheid en niet een wijze, noemde, zou de zoon van Mnesarchus geweest en omstreeks 582 v. Chr. in Samos geboren zijn; hij overleed na 507.

Naar men zegt om de tirannie van Polycrates te ontgaan, week hij uit naar Italië, waar hij te Croton een vereeniging of bond stichtte, die behalve aan de beoefening der wetenschap zich ook wijdde aan zedelijke, godsdienstige en politieke doeleinden. Deze bond breidde zich spoedig uit over de naburige grieksche steden en vormde het middelpunt der aristocratische partij. Toen dan ook de partijstrijd heftig ontbrandde en de democratie zegevierde, werden de pythagorische vereenigingen ontbonden, de huizen waar zij bijeenkwamen verwoest, de leden vermoord of verdreven, hun instellingen omvergeworpen. Bij verdrag werd hun later wel toegestaan terug te keeren, doch de kracht van den bond was gebroken; de school bleef nog enkele geslachten bestaan, breidde zich ook naar het oude Griekenland uit en verdween omstreeks het eind der 4de eeuw. Gewoonlijk wordt aangenomen dat de eerste en verpletterende aanval op de Pythagoreeërs plaats had in Croton, de verzamelde Pythagoreeërs in het huis van Milo verbrandden, P. zelf daarbij omkwam of ontsnapte, en later in Metapontum stierf. Aan P. wordt toegeschreven het naar hem genoemde Theorema, het bewijs van de som der hoeken in een driehoek en de beginselen van de theorie der getallen; ook de ontdekking van de wet der toonafstanden (intervallen) behoort bij het oudste Pythagoreïsme. De astronomische ideeën der Pythagoreërs waren aanvankelijk zeer onvolmaakt, doch hun tijd reeds ver vooruit. Het aannemen eener harmonie der spheren berustte op de afstanden der hemellichamen, als overeenkomende met de lengteverhoudingen der snaren bij harmonische tonen; P. zou de eenige mensch zijn geweest, die deze harmonie der spheren werkelijk kon waarnemen. Als kern der leer van P. kan men aannemen de stelling, dat het wezen der dingen getallen zijn. De zedeleer der Phytagoreërs bestond in ascese en had door de beoefening van het stilzwijgen, dat den nieuwelingen in den bond was opgelegd, alsmede door de onthouding van bepaalde spijzen, iets kloosterachtigs. Voorts leerden de Pythagoreërs de zielsverhuizing. P. zelf heeft als stichter eener politiek-godsdienstige secte groot er beteekenis dan als wijsgeer.2) Grieksch kopergieter, geb. te Rhegium op Samos, leefde omstreeks 470 v. Chr. en onderscheidde zich door de rhythmische geleding zijner deels in de moeilijkste standen opgevatte beelden.

< >