Gepubliceerd op 20-01-2021

Pierre henri adrien decourcelle

betekenis & definitie

Fransch dramaturg, geb. te Parijs, 1821, overl. te Etretat 1892, arbeidde eerst als advokaat, wijdde zich daarna aan de letteren en debuteerde in 1845 met een blijspel in verzen: Une soiree à la Bastille, waarop een groot aantal vaudevilles, blijspelen, drama’s en opéras-comiques volgden, waarvan velen uitmunten door geestigheid en kleur, fijnheid van opmerking en bevalligheid van inkleeding ; bij velen had hij Deslandes, Labiche, Barrière, Thiboust, d’Ennery enz. tot medewerkers; D. was ook medewerker aan vele bladen en tijdschriften, als aan Figaro, onder het pseudoniem: docteur Grégoire ; in boekformaat gaf hij in het licht: les Formules da docteur Grégoire (1868), Un homme d'argent (1874), Strophes et chansons' (1891) enz. Van zijn tooneelwerken hadden het meeste succes : Don Gusman (1846), les Portraits (1848), le Bal du prisonnier (1849), Diviser pour régner (1850), Un monsieur qui suit les femmes (1850), Jenny Pouvrière (1850 drama), Tambour battant (1853), la Bête du bon Dieu (1854 drama), Je dîne chez ma mère (1855), la Joie de la maison (1855), Fais ce que dois (1856), les Mariages (Paujourd’hui (1861), le Père (1877).

< >