Pe-king, hoofdstad van het Chineesche rijk, ligt onder 39° 36' N. B. en 116° 28' O.
L. v. Gr., 150 km. van zee, in de prov. Pe-tsji-li; heeft, voor zoover men thans weet, ongeveer 500.000 inw.; bestaat uit twee hoofddeelen, de Mandsjoe- of Tartarenstad en de Chineezenstad. De Tartarenstad vormt een door muren ingesloten vierkant; de muren zijn 24 km. lang, 13 meter hoog en van boven 11 m. breed; boven de 9 poorten en de hoeken verheffen zich torens van 30 m. en hooger; het midden wordt ingenomen door de keizerstad, in wier midden de eigenlijke keizerlijke residentie ligt, die eveneens omgeven is door muren en grachten. De ten z. gelegen Chineezenstad heeft een omvang van ruim 16 km.; de van 7 poorten voorziene muren zijn lager, evenals de torens. In de 12e eeuw v.
Chr. zou op de plaats van P. de stad Ki gelegen hebben, die achtereenvolgens hoofdstad van verschill. rijken was en gedurig een anderen naam kreeg (in 1409 die van P.). Gedurende den oorlog van 1860 met de Engelschen en Pransehen werd de stad door dezen veroverd. In den zomer van 1900 begon hier de opstand der Boksers (zie China, geschiedenis); 7 Sept. 1901 werd hier het vredesverdrag geteekend, en 17 Sept. de stad aan de chineesche troepen overgegeven; het gevluchte hof keerde 7 Jan. 1902 naar P. terug. Literatuur, Favier, P. histoire et dcscription (nieuwe uitgave, Lille 1900), Grube, Zur Pekinger Volkskunde (Berl. 1900).