is de werkplaats van hen, die de pathologie d. i. de ziekteleer beoefenen. Een P.
L. heeft in de eerste plaats ten doel het onderzoek, dat de geneesheer aan het ziekbed heeft ingesteld nader aan te vullen en wel door chemisch, microscopisch en bacteriologisch onderzoek van verschillende producten vgn den zieke afkomstig. Hiertoe behoort in de allereerste plaats het onderzoek der urine. Wel is waar kan dit, wanneer het slechts geldt ’t opsporen van eiwit of suiker, ook door den geneesheer bij hem thuis verricht worden, maar meer dan eens is een nauwkeurig onderzoek van andere bestanddeelen der urine noodig of wel een juiste bepaling van de hoeveelheid aanwezige suiker en hiervoor worden dikwijls bepaalde toestellen vereischt, waarover de praktiseerende geneesheer gewoonlijk niet beschikt. Behalve urine worden verder op een P. L. onderzocht faeces, maaginhoud, braaksel, sputum, etter, bloed, blaassteenen, niersteenen enz. Meestal strekt het onderzoek van deze stoffen zich niet verder uit als noodig is om de door den geneesheer gestelde vraag te beantwoorden.
Zoo kan b.v. bloed worden aangeboden met de vraag of de zieke, waarvan het bloed afkomstig is aan malaria lijdt. In dit geval zal alleen met daarvoor geschikte methodes nagezien worden of zich in ’t bloed ook malariaparasieten bevinden en is de gang van het onderzoek natuurlijk geheel anders dan wanneer, zooals b.v. ook voorkomt, de vraag wordt gesteld of de zieke lijdt aan bloedarmoede en zoo ja aan welken vorm. Door den enormen vooruitgang der scheikunde en bacteriologie in de laatste jaren en de talrijke vruchten, die deze wetenschappen reeds voor de praktische geneeskunde hebben afgeworpen, is althans voor een groot ziekenhuis ’t bezit van een P. L. onmisbaar. Dikwijls toch kunnen alleen in ’t laboratorium gegevens verkregen worden, die voor het stellen van een goede diagnose noodzakelijk zijn. Als voorbeeld noemen wij het onderzoek van ’t bloed bij vermoeden op typhns, wanneer de andere verschijnselen, die de patiënt vertoont niet typisch of onduidelijk zijn. In dergelijke gevallen kan ’t laboratorium-onderzoek voor de herkenning van den juisten aard der ziekte beslissend zijn.’t Spreekt van zelf, dat een P. L., wat inrichting betreft, zoowel met een scheikundig als met een bacteriologisch laboratorium veel overeenkomst vertoont. Men vindt er werkbanken zooals in een chemisch laboratorium, chemische balansen, chemisch glaswerk, zuurkasten, droogstoven enz., maar ook broedstoven, microscopen en andere toestellen van een bacteriologisch laboratorium worden hier aangetroffen.
In de tweede plaats dient een P. L. voor de wetenschappelijke beoefening der ziekteleer en op dit gebied hebben deze laboratoria dan ook heel wat gepraesteerd.
De naam P. L. is hier en daar in onbruik geraakt en door andere namen vervangen. Zoo worden de laboratoria die aan ziekenhuizen verbonden zijn wel eens klinische laboratoria genoemd, terwijl men vooral in ’t buitenland, ook wel spreekt van laboratorium of instituut voor experimenteele pathologie. Ren klinisch laboratorium dient in den regel hoofdzakeljjk voor die onderzoekingen, die voor de praktijk der geneeskunde van belang zijn, terwijl men zich in een laboratorium (instituut) voor experimenteele pathologie, vooral of uitsluitend met wetenschappelijk onderzoek bezig houdt.