(ziektekunde), de leer van de afwijkingen in bouw en verrichting van de organen der levende wezens en van de daardoor ontstane stoornissen in hun toestand en ontwikkeling. Men verdeelt P. in algemeene en bijzondere.
De algemeene P„ groepeert de bij de afzonderlijke ziekten verkregen kennis onder algemeene gezichtspunten, om langs dien weg de wetten te leeren kennen, die het ziek zijn beheerschen. De bijzondere P. handelt over de afzonderlijke ziektevormen.