Gepubliceerd op 28-02-2021

Papaver

betekenis & definitie

fam. Papaveraceae, planten met meestal bebladerde stengels, diep ingesneden bladeren en groote langgesteelde bloemen.

In Nederland 4 soorten: P. Bhoeas L., klaproos, koornroos, met helderroode bloembladeren en eironde onbehaarde doosvrucht; P. dubium L., met bleekroode bloembladen en knodsvofmige onbehaarde doosvrucht; P. Argemone L., ruige heul, met knodsvormige doosvrucht, waarop eenige rechtopstaande borstels worden aangetroffen; P. hybridum L., met tolvormigedoosvrucht en gekromde borstels. Gekweekt wordt P. somniferum P., zwarte heul, maankop, slaapbol, met blauwgroene stengelomvattende bladeren. Vooral 3 verscheidenheden, de zwarte slaapbol met helderroode bloemen, zwarte zaden en open doosvrucht, de blauwe slaapbol met lila bloemen, blauwe zaden en gesloten doosvrucht, en de witte slaapbol met witte of roode bloemen, witte zaden en gesloten doosvrucht. In de geneeskunde gebruikt men de onrijpe zaaddoozen, maankoppen (fructus papaveris immaturi), de zaden der witte variëteit (semen papaveris) en vooral het bittere melksap der plant als heulsap of opium (zie ald.).