Nederl. spoorwegambtenaar, trad 17 Aug. 1842 als klerk in dienst bij de Holl. Spoorw.Mij., en werd geplaatst aan het station Haarlem; hij was de eerste Nederlander die zich met het gebruik van de telegraaf vertrouwd maakte (op de lijn Amsterdam—Haarlem, in Juni 1845 in gebruik genomen), waarbij hij onderricht ontving van den ingenieur Wenkebach, beambte der firma Piccaluga; van Haarlem werdB. overgeplaatst naar Leiden; hij werd voorts stationschef te Schiedam en te Den Haag, kwam tijdelijk aan het hoofdbureau te Amsterdam, en werd 1 Nov. 1854 definitief aangesteld tot controleur; als zoodanig was hij belast met het comptabel beheer, met den stations- entreinendienst, het ontwerpen der dienstregeling, enz.; hij bracht verschillende reorganisaties in het algemeen beheer der spoorwegen.tot stand, en voerde o a. ook het retourbiljetstelsel in; van 1 Mei 1874 tot 1881 bleef hij belast met de leiding der afdeeling beweging, en voerde in die hoedanigheid den titel van hoofdinspecteur; bij de splitsing der werkzaamheden door de gedurige uitbreiding van het spoorwegnet noodig gemaakt, bleef de afdeeling personentarieven en dienstregeling aan zijn zorg toevertrouwd. 17 Aug. 1892 vierde B. zijn 50-jarig dienstjubileum.
Hij overleed in 1900.