Oerissa, in het Sanskriet Ordra, landschap in de bribsch-indische provincie Bengalen, de n.o.-hoek van het voor-indische schiereiland, tusschen de golf van Bengalen, het eigenlijke Bengalen, de staat Newa, de CentraalProvinciën enz., beslaat een oppervlakte van 62.779 km.2 en telde in 1901: 6.309.928 inw. De kust is grootendeels vlak en moerassig.
Achter deze verheft zich als voortzetting der oost. Ghats een bergketen en bevinden zich uitgestrekte bosschen. De voornaamste rivier is de Mahanadi. De grootste rijkdom des lands bestaat in hout, voorts in goud, diamanten en robijnen. De grond is vruchtbaar, maar het klimaat is er in hooge mate ongezond. Herhaaldelijk werden deelen van 0. door hevige orkanen en zware overstroomdngen geteisterd.
In de bosschen en in de moerassige delta van de Mahanadi houden zich vele wilde dieren, slangen, alligators enz. op. De bevolking bestaat uit Ordras of TJriyas in de vlakten en dalen, uit half wilde Koles of Hos in het n., uit Khonds in het midden, uit Saurias in het z. De drie laatste rassen worden voor de oorspronkelijke bewoners gehouden. 0. was eenmaal een Hindoerijk; op het einde der 16de eeuw kwam het onder de heerschappij van den mohammed. beheerscher van Bengalen; in 1751 kwam het in de macht van de Mahratten van Nagpur. De groot-mogol Schah-Alam stond het in 1765 aan de Britsch-Oost-Indische compagnie af, met uitzondering van Katak, dat in 1803 met geweld genomen werd.
