o, de vijftiende letter van ons alphabet, de vierde klinker, is ontstaan uit
de phoenicische Ain (Oog) en had reeds oudtijds den vorm van een
gesloten cirkel.
Men onderscheidt Mj ; de o, evenals bij de overige
klinkers, natuurlijke of volkomen en gerekte of onvolkomen o’s. De korte
grieksche o (omikron) beteekende als getalteeken 70, de lange (omega)
800; bij de Romeinen stelde een O het getal 11 voor. Op het kompas
beteekent O. oost, oosten. In de scheikunde is O het teeken voor
zuurstof (oxygenium). O’ voor iersche eigennamen wil zeggen zoon. O.
is verder de officiëele verkorting voor den amerik. staat Ohio. O',
veelvuldig voorkomend vóór hongaarsche plaatsnamen, beteekent oud.
Een O op fransche munten: geslagen te Riom, op oostenr.: gesl. te
Oravicza in Hongarije, op n.-amerikaansche: gesl. te New.-Orleans. Een
kleine o, boven bij een getal geplaatst, beduidt graden (2° = 2 graden).
Andere verkortingen, aanvangende met O zoeke men op de
alphabetische plaats.