Gepubliceerd op 28-02-2021

Nord

betekenis & definitie

het noordelijkste, volkrijkste depart. van Frankrijk, grenst aan België, de Noordzee, en de dep. Aisne, Somme en Pas-de-Calais, is 5681 km.2 groot en telde 1901: 1.866.994 inw.

Aan de met duinen bezette kusten liggen de havens Duinkerken en Grevelingen. In het n.w. stroomen de Aa en Yser in de Noordzee, in het binnenland de Schelde, met de Lys en Scarpe, in het z.o. de Sambre. Het kanaal St. Quentin verbindt de Schelde met de Seine; overigens is het dep. door verscheidene kanalen doorsneden. De bodem is er vruchtbaar; de landbouw, die er op zeer hoogen trap staat, levert er velerlei graansoorten, vruchten, ooft, hennep, vlas, tabak, hop en cichorei op. Bloemen worden er in het groot gekweekt; ook zijn er vele boomkweekerijen.De veeteelt, de boter- en kaasmakerij, en de visscherij aan de kusten en in de rivieren zijn er belangrijk. Het dep. is rijk aan ijzer, verder is er marmer, leemaarde en veel turf. De steenkolenmijnen bij Rijssel en Valenciennes zijn de rijkste van Frankrijk. De hoofdzetels der omvangrijke nijverheid zijn: Rijssel, Roubaix, Tourcoing, Avranohes, Avesnes, Kamerijk, Douai, Valenciennes en St.-Amand. De bevolking onderscheidt zich door beschaving en geestesontwikkeling. Geen der departementen heeft zoovele volkrijke steden.

Het dep. is verdeeld in 7 arrondissementen: Avesnes, Kamerijk, Douai, Duinkerken, Hazebrouck, Rijssel en Valenciennes, met 67 kantons en 667 gemeenten. De hoofdstad is Rijssel.