Gepubliceerd op 20-01-2021

Duinkerken

betekenis & definitie

Fransch Dunkerque.

1) Arrondissement v/h fransche departement Nord, 729-fs km2, groot, is verdeeld in de 7 kantons Bergues, Bourbourg, D.-Est (10 gem., 69,030 inv.), D.-Ouest (7 gem., 36,480 inw.), Gravelines, Hondschoote en Wormhoudt, tezamen met 65 gemeenten en -143.750 inw.
2) Hoofdpl. van het arrond. D., in het fransche departement Nord, zee- en handelshav'en, aan de mondig der kanalen van Bergues, Bourbourg, Furnes, Mardyek en Moëres in de Noordzee (nauw van Calais), 45 km. n.o. van Calais, 65 km van Lille; 39.700 inw. D. is een der eerste handel en fabriekssteden van Frankrijk, oorlogsplaats eerste klasse, oorlogsen handelshaven, wordt verdedigd door een hoofdwal met buitenwerken en de forten Nevers, Risban de 1’Est en Louis; de omgeving kan tot het 8 km. verwijderde Bergues D/o meter onder water gezet worden; D. is zetel van een rechtbank van aanleg, van een kamer van koophandel en een kamer van landbouw, van vele consulaten enz.; er is een hydrographische school, een gemeentelijk college, allerlei inrichtingen van kunst- en middelbaar en lager onderwijs, een openbare bibliotheek, een verzameling van schilderijen en naturaliën, een beurs, ziekenhuizen, een militair hospitaal, de departementale gevangenis, een filiaal v/d Fransche Bank (omzet 60-70 millioen francs per jaar), enz. ; op het plein Jean Bart een bronzen standbeeld van dien zeeman, in 1845 onthuld. Bouwwerken: raadhuis (1644 gebouwd), Saint-Eloikerk (1560 in den geest v/h Pantheon te Rome verbouwd) met 90 meter hoogen klokketoren, kapel NotreDame des Dunes (een zeemanskerk, 1405 gebouwd, 1815 vernieuwd), sluizen, groote havenwerken. De reede, hoewel ruim en diep, is wegens een voorgelegen zandbank moeilijk toegankelijk; de haven echter, welke uit een voorhaven en zes bassins bestaat en van meerdere vuurtorens is voorzien, is goed en kan schepen tot 800 ton laadruimte bevatten; de kaden hebben een lengte van ruim 8 km.: in de laatste helft der 19de eeuw werden groote sommen aan de verbetering der haven en den aanleg van dokken enz. besteed. D. bestaat van industrie, handel, visscherij en verkeer; er zijn scheepswerven, een groot entrepot, zeebadinrichtingen ; het rust elk jaar eenige schepen uit naar Newfoundland en Ijsland voor de stokvisch-, haring- en walvischvangst; het staat in regelmatige stoomverbinding met Havre, Rotterdam, Londen, Southampton, Liverpool, Hamburg, Lübeck, Kopenhagen, Huil en (over Törning en Flensburg) met Petersburg ; nevens fabrieken van visehnetten, zeildoek, levertraan,' artikelen voor zeil- en roeivaart, stijfsel, zeep, leer, tulle en aardewerk bestaan olie-, suiker- en zoutraffineriën, branderijen, spinnerijen, gieterijen, rookerijen, zouterijen en drogerijen van visch enz. ; behalve de producten van eigen industrie, voert de stad ruwe suiker, boter, wollen stoffen, jute, brandewijn, timmerhout, vlas, oliën, steenkool uit, terwijl zij wol en katoen, maïs, gerst, salpeter, zout, wijn, suiker en malasse, hout (uit Scandinavië), lood (uit Spanje), zwavel (uit Sicilië), guano en kunstmest importeert.
D. dankt zijn naam (Dune Kerke, kerk der duinen) en zijn oorsprong aan een kerk, door Sint-Eloi hier in een door visschers bewoond gehucht in de duinen gebouwd; achtereenvolgens onder de heerschappij van Vlaanderen, Bourgondië, Oostenrijk en Spanje staande, werd de plaats in 1388 door de Engelschen verbrand, kreeg daarop in 1400 vestingwerken, en werd nu allengs een belangrijk punt, tegelijkertijd echter een gevreesd zeerooversnest (Duinkerker kapers) ; in 1646 werd D. voor de eerste maal door de Franschen veroverd, die het echter in 1653 aan Spanje teruggaven; in 1658 door de Franschen hernomen, werd de stad ingevolge een verdrag aan de Engelschen afgestaan en in 1662 door Lodewijk XIV voor 4 millioen frans van Karel II teruggekocht, waarop alles in het werk werd gesteld om de stad onneembaar en de haven tot de beste van Europa te maken; bij den vrede van Utrecht (1713) echter stelde Engeland tot hoofdvoorwaarde, dat Frankrijk op eigen kosten de vestingwerken, het meesterwerk van den vestingbouwkundige Vauban, zou vernielen; bij den vrede van Parijs bedong Frankrijk echter weer vrijheid om D. tot een oorlogshaven te maken; sinds en vooral onder de derde republiek werden weer ontzaglijke sommen aan de versterking dezer plaats besteed. In Aug. 1793 werd de stad vruchteloos door een nederl.-engelsch leger onder den hertog van York belegerd. D. is geboorteplaats van den schilder J. B. Descamps, der admiralen Jacobsen en Jean Bart, enz.