of honigbakjes bevinden zich bij vele bloemen aan den voet der blaadjes of op den bloembodem of soms in tot sporen uitgegroeide bloemblaadjes, bijv. bij het viooltje. Zij scheiden een zoet vocht af (nectar), waardoor de insecten worden aangelokt.
Dezen moeten om ze te bereiken, tot in de bloem doordringeen, waardoor zij het stuifmeel, van elders aan hun behaard lichaam meegebraoht, op de stempels brengen en zóó kruisbevruchting bevorderen. Soms vindt men nectariën op uitwendige plantendeelen (extra nuptiale nectariën), waardoor mieren enz. worden aangelokt tot nut der plant.