Gepubliceerd op 23-02-2021

Naamval

betekenis & definitie

de vorm waardoor de betrekking van het substantief (zelfstandig naamwoord) tot de overige deelen van den zin wordt uitgedrukt. De nederlandsche taal heeft vier naamvallen: den eersten N. of nomitief, den tweeden N. of genitief, den derden N. of datief en den vierden N. of accusatief.

De vormverandering waardoor de N. aangegeven wordt heet verbuiging en had vroeger plaats door aanhechting van bepaalde klanken, verbuigingsuitgangen geheeten, aan het' woord; in den loop des tijds zijn die uitgangen echter versleten; alleen mann. en onz. woorden nemen in den 2den n.v. enk. een s (of en) aan en in deftigen stijl in den 3den n.v. enk. een stomme e. Bepalende woorden (lidw., bijv. n.w., bijv. voorn.w.) komen met het bepaalde z.n.w. in naamval overeen.

< >