(aldus wordt de naam op inscripties en munten gespeld, terwijl hij bij de schrijvers verkeerdelijk als Mitylene voorkomt; volgens inheemsch dialect Mytilana) de hoofdstad van het eiland Lesbos (zie ald.), op een voorsprong der oostkust gelegen, had een tweetal havens, een aan de noord- en een aan de zuidzijde, welke beide door ver vooruitgeschoven steenen dammen beschermd en door een dwars door de stad loopend kanaal verbonden waren. Dit kanaal is thans geheel verdwenen, de noordelijke haven geheel verlaten en de zuidelijke alleen nog voor kleine schepen bruikbaar.
Toch is het tegenwoordige Mitilini (turksch Midillu), dat den reeds sedert de middeleeuwen ook over het geheele eiland uitgebreiden naam bewaard heeft, een niet onaanzienlijke stad van omstreeks 20.009 inw., meest Grieken, die een belangrijken handel drijven, de zetel van een griekschen aartsbisschop en van een turkschen pasja. Te herkennen is nog de acropolis (burcht) op den naar de zee steil afdalenden heuvel ten n.o. boven de stad, dien thans een turksch kasteel inneemt,, en de vorm van het theater aan de helling van den ten w. der stad zich verheffenden heuvel; van de overige bouwwerken der stad, die tot in den romeinschen keizertijd glans en aantrekkingskracht behield, zijn slechts enkele bouwvallen over.