(van gr. monas, d. i. eenheid) philosophische uitdrukking voor een enkelvoudig geestelijk wezen. Het woord werd door de Pythagoreërs en de Patonici gebezigd als aanduiding van de, aan den wereldgeest ontsprongen geestelijke krachten of zielen.
Monadologie (of Monadisme) is de wereldbeschouwing, die de laatste oorzaken van alle verschijnselen zoekt in enkelvoudige, onlichamelijke wezens. De monadologie heeft met het atomisme gemeen het aannemen eener veelheid van enkelvoudige wezens, doch de monaden onderscheiden zich van de atomen hierdoor, dat laatstgenoemde gewoonlijk als laatste materieele eenheden zonder geestelijke eigenschappen worden opgevat; vandaar dat het atomisme slechts tot een mechanische natuurverklaring leidt, terwijl de monadologie een metaphysisch karakter heeft. De vertegenwoordigers der monadologie zijn Leibnitz en Herbart; onder de nieuweren Lotze.